Rode bieten
Rode bieten
De rode biet, gewestelijk kroot, is een wortelgewas uit de amarantenfamilie in het geslacht biet. De plant wordt tot 80 cm hoog. Het woord ‘biet’ is een Oudgermaanseontlening aan het Latijnse ‘beta’.
De rode biet wordt als knol als groente gegeten, zowel rauw geraspt, gekookt als opgelegd[2]. Rauw geraspt kan er een aardsmaak aanwezig zijn. Rode bieten zijn ook geschikt voor soepen. Vroeger werd de rode biet een beetje als armemensenkost beschouwd omdat die op arme grond geteeld kon worden. Vandaag wordt deze meer als specialiteit aangeboden en is een veelvoorkomende groente in natuurrestaurants.
Uit de bietknol wordt ook de kleurstof betanine gewonnen, dat in de voedingsindustrie gebruikt wordt voor het kleuren van gerechten.
Kiemplantjes van de rode bieten (bietenspruiten) worden ook geteeld als voornamelijk bordgarnering. Deze kiemgroente wordt gekweekt uit speciaal bietenzaad, waarbij de jonge uitlopers van het pas ontkiemde zaad eetbaar zijn. Het wordt bedrijfsmatig gekweekt in afgedekte bakken. Het product wordt in de regel niet geconsumeerd, maar vanwege de rode kleur vooral als decoratie gebruikt. De spruit heeft een neutrale aardse smaak vergelijkbaar met die van rauwe rode bietjes.